Herrineringen aan oefenmeesters

Veertig jaar WON, een mijlpaal die om een terugblik vraagt. lk begin met wat g.n herinneringen Toen ik 1937 als 9jarig lid werd van het Haarlemse HFC treeg je al gauw te maken met Jimmy Marshall, de hooÍdtrainer en het maakte veel indruk op je, zo’n in de voetballerij opgegroeide Engelsman, schoonzoon ook nog van de legendarische Bob Glenden- ^rng. De laatste was voorheen trainer Eev/eest bij onze ,,Good Old” maar vertrokken om in de tijd van Lotsy en Herberts het Nederlands Elftal te dienen. Marshall had al heel wat faam gemaakt in ons land door bij KFC met heel veel succes hetstopperspilsysteem te introduceren. Met schoonvader en familie wist hij gelukkig in mei 1940 juist nog op tijd weg te komen naar zijn vaderland. ln de oorlog trainden we onder Martin Houtkooper, HFC-er en oud internationaal, leraar lichamelijke opvoeding. Na de oorlog was de beurt aan de slnder de hoede van de KNVB opgeleide trainers AIs actief speler bewaar ik de allerbeste herinneringen aan Gerrit Stroker, Toon Bruins Slot sr. en Cor Steeman, de laatste twee helaas overleden. Gerrit Stroker is nog steeds volop bezig met,,voetbal” en ontbreekt nooit op hoogtijdagen aan de Spanjaardslaan. Van de vele trainers met wie ik later contact kreeg in bestuurlijke posities zou ik toch vooral Karel Kauf mann willen noemen toen het na de invoering van het betaalde voetbal in ‘i 954 mijn specifieke taak werd als lid van de toenmalige Technische Commissie van de KNVts het vertegenwoordigend amateur voetbal van de grond te tillen. Hoewel ook anderen genoemd kunnen worden. was het toch vooral Karel Kaufmann die een belangrijke rol speelde bij de niet altijd eenvoudige start van het Nederlands Amateur elftal op internationaal niveau. Automatisch werd je in zijn persoon ook geconfronteerd met de niet altijd gemakkelijke strijd voor de opleiding en de rechtspositie van de Nederlandse trainer, iets waar hij zonder capsones en trouw aan de KNVB voortdurend voor streed.

lk denk in dit verband ook aan Otto Bonsema, aan wie de Nederlandse trainerswereld veel te danken heeft. De erkenning van de Nederlandse oefenmeester als een kundig en goed opgeleid man ging gepaard met de toekenning van steeds meer bevoegdheden, zoals de verantwoordelijkheid voor de elftalopstelling. Rechten èn plichten van de oefenmeester namen allengs toe en, onvermijdelijk, daarmee ook de conflictstof. Zoals bekend is voor geschillen binnen ons voetbalwereldje niet de gewone rechter bevoegd maar moet men bij de eigen Arbitragecommissie van de bond zijn. Dat geldt dus ook voor geschillen, waarbij oefenmeesters betrokken zijn Als lid van het College van Arbiters (en algemeen voorzitter sinds 1981 toen die functie werd gecreëerd) ben ik sinds jaar en dag betrokken bij ieder geschil dat bij arbiters terecht komt, hetzij alleen om voor een bepaalde zaak drie arbiters aan te wijzen, vaak ook om tevens als voorzitter van het drietal te fungeren. Deze ervaringen en ook die van vroeger geven mij aanleiding tot velerlei vorm van waardering aan het adres van de jubilerende VVON en haar bestuur. lk denk aan de zorg voor de opleiding, de bescherming van de rechtspositie van de oefenmeester, de bijstand bij regelingen in der minne of eventueel voor de Arbitragecommissies maar er is nog veel meer te noemen. Voortreffelijk is daarbij ook de samenwerking tussen de 24 leden van het College van Arbiters, van wie sommigen wel maar de meesten geen achtergrond als oefenmeester hebben. We voelen geen verschillen en zijn er telkens weer alleen maar op gericht samen goed recht te doen.

En zo hoort het ook. Aan deze hele constellatie heeft de WON een zeer positieve bijdrage geleverd. lk wens haar nog vele goede jaren toe, in het belang van haar leden en van de hele KNVB. ProÍ mr. N. J. P. Giltay-Veth voorzitter arbitragecommissie KNVB Bepaalt Jaap van der Leck het gezicht van de WON? Het lijkt er weleens op. lk kan me tenminste geen kranten-interview herinneren, waarin Van der Leck niet op een niet mis te verstane wijze zijn standpunt ventileert. Eigenlijk is een woord als zijn hier niet goed gebruikt. Van der Leck brengt namelijk altijd het standpunt naar voren van de vakbond. Hij treedt daarbij alleen op als spreekbuis. En wel op een wijze die aan duidelijkheid weinig te wensen overlaat. lk denk dat het als een normale zaak dient te worden geaccepteerd, dat de vakbond soms meningen verkondigt waarmee niet alle andere partijen het eens zijn. lk merk dit op omdat ik wel eens bespeur dat een enkeling hiermee soms moeite heeft. Het is ook niet iedereen gegeven om de situatie te herkennen waarin de WON bewust overdrijft teneinde in een sfeer van loven en bieden een zo gunstig mogelijk resultaat voor de voetbaltrainer te bewerkstelligen. De VVON is gedurende een veertigjarig bestaan uitgegroeid tot een begrip.

lk zou me tenminste de voetballerij níet kunnen voorstellen zonder trainersvakbond. Dat dit heeft kunnen plaatsvinden, is te danken aan mensen als Van der Leck. lk vind dat de mensen van het eerste uur èn zij die de zaken later zijn gaan bestieren, recht hebben op waardering. De voetbalsport mag zich mede verheugen in een nog altijd , zó ongelooflijke populariteit dankzij de vakbond van de trainers, die altoos heeft getoond positief te willen meedenken. Van harte gefeliciteerd.

Dick Langenbach Lid Bestuur Amateurvoetbal KNVB